Over de capibara
De capibara of waterzwijn (Hydrochoerus hydrochaeris) is een knaagdier uit de familie Caviidae. De naam "capibara" komt uit het Guaraní en betekent heer van het gras. Daarmee wordt verwezen naar de lange oeverbegroeiing van moerassen, rivieren en meren, de natuurlijke biotoop..
Kenmerken
De capibara is de grootste levende knaagdierensoort en weegt gewoonlijk tussen de 35 en 66 kilogram.[2] De zwaarste exemplaren wogen 91 kg (een vrouwelijk exemplaar in Brazilië) en 73,5 kg (mannelijk, Uruguay). Ze worden circa 1,2 meter lang en hebben een schofthoogte van ongeveer 60 centimeter.[3] Capibara's zijn zwaargebouwd met korte stevige poten, hoefachtige klauwen en een rudimentaire staart. De tenen zijn gedeeltelijk verbonden door zwemvliezen en de neusgaten, ogen en oren staan boven op de kop, zodat het dier ook tijdens het zwemmen kan ruiken, zien en horen. De vacht is licht tot donker geelbruin of grijsbruin.
Leefwijze
Ze leven in groepen van enkele tientallen dieren, waaronder één dominant mannetje en meerdere vrouwtjes, al dan niet met jongen. Als uitstekende zwemmers en duikers houden ze zich op in en langs rivieren, meren en moerassen. Hun territorium, dat ze ook verdedigen tegen indringers, markeren ze met geurvlaggen.
Het voedsel bestaat uit waterplanten, gras, knoppen en zachte boombast. 's Morgens wordt gerust en op het heetst van de dag liggen ze in het water. Om aan voedsel te komen, leggen ze grote afstanden af en stropen ze ook wel op akkers.